vrijdag 27 november 2015

Ueno-park


Een paar weken geleden arriveerde ik op zondagochtend in Tokyo. Had een drukke week voor de boeg en wist niet zeker of ik in de komende dagen wel tijd had om naar Ueno-park te gaan. Dus na een paar uurtjes slaap pakte ik die middag rond 15 uur nog de trein naar mijn favoriete park in Tokyo. Het was een mooie herfstige zondag en het was er, zoals altijd op een mooie zondag, heel erg druk. 
Ueno-park in de namiddag, rond half 5

Het was ook zo'n zondag dat een bonte verzameling van artiesten in het park hun kunsten vertoonde. En er waren veel politieagenten - of parkwachten in uniform - die met lichtgevende Starwars-achtige stokken de orde bewaakten. Of bekeken, kan ook, want er gebeurt relatief weinig onordelijks in Japan.

Ik slenterde langs muzikanten, acrobaten en karikatuurtekenaars richting Starbucks. De Starbucks in Ueno-park is een heerlijke plek. Of eigenlijk moet ik zeggen, het terras van de Starbucks in Ueno-park is een heerlijke plek. En altijd overvol, maar ik had geluk. De rij om koffie te kopen was te overzien én ik vond nog een plekje op het uiteinde van een bankje met links van me een soort tafeltje, als buffer tussen mij en degene naast me. Daar bleef ik zitten, anderhalf uur, twee uur lang. Genietend van de warme koffie en kijkend naar al die mensen die voorbij kwamen, naar de beetje gekke Amerikaanse artiest met een draaiende glazen bol, naar de bomen waarvan de meesten nog groen waren maar waar je de herfstkleuren al hier en daar van kon zien.
Het wordt altijd snel donker in Japan. Niet alleen qua tijdstip, maar vooral qua tempo. Binnen een mum van tijd is de zon verdwenen, zie je de maan schijnen door de bomen en wordt het meteen ook een stuk frisser.

Ueno-park in de namiddag, tegen half 6


Naast me zat een Japans koppel, begin dertig denk ik zo, beiden met een boek en mobiel en zij zaten er al toen ik met een vriendelijk "sumimasen" - neem me niet kwalijk - naast ze kwam zitten. Precies op het moment dat ik dacht "hm, ik begin een beetje te verkleumen hier, laat ik maar even gaan lopen", stonden zij op. De vrouw had eerder voor zichzelf een Starbucks-plaid gepakt en kwam nu met de plaid naar mij. Of ze iets zei weet ik niet meer, maar ze legde die plaid zorgvuldig over mijn schoot en benen. Ik was verbaasd door haar onverwachts gebaar, voelde me zelfs een beetje ongemakkelijk, maar glimlachte en zei "arigatou gozaimasu". Ze glimlachte terug, maakte een lichte buiging en liep met haar man weg. Ik ben nog even blijven zitten, daar op dat terras in Ueno-park. Opgewarmd door de plaid en de vriendelijkheid van de vrouw.

Met Starbucks-plaid


donderdag 3 september 2015

De ontdekking van de Schermer



Vroeger woonde ik op de Mient in Alkmaar. Kenners van de stad weten onmiddellijk dat dit pal naast de waagtoren en het Waagplein is. En op het Waagplein wordt van april tot september elke vrijdag de kaasmarkt gehouden. 
Ik ben geboren in Alkmaar en opgegroeid in de Schermer, een paar kilometer verderop. De kaasmarkt? Daar was ik nog nooit geweest, ook niet toen ik er naast woonde. Toen had ik er juist een hekel aan omdat op die vrijdagen de Mient vol stond - en nog staat - met kraampjes met souvenirs, handwerkjes en kazen. De voordeur openen was al een sport, laat staan je door de langzaam voortbewegende horde toeristen manoeuvreren.

Op nog geen tien minuten fietsen van ons huis in Stompetoren staan "de Drie Molens". Prachtige rietgedekte watermolens in ruste. De twee buitenste molens zijn bewoond en de middelste is de Museummolen. Je komt er van alles te weten: de geschiedenis van de Schermerpolder, hoe een watermolen werkt, en je kunt een kijkje in de molen zelf nemen - "er woonde hier een gezin met tien kinderen". Het is er niet groot, maar verrassend leuk en informatief.

Jaren praktisch naast gewoond en nooit een blik waardig gegund.

En nu? Nu nodig ik mijn Japanse vrienden standaard uit voor een bezoekje aan de kaasmarkt. De eerste keer dat ik naar de kaasmarkt ging keek ik mijn ogen uit. Fantastisch, die honderden kazen uitgestald op het Waagplein en de kaasdragers die met hun berries bijna flamboyant voorbij rennen. Nu leid ik Japanse gasten rond door de oude binnenstad van Alkmaar, drink koffie bij de visbanken en lunch ergens bij de molen van Piet. Rijd ik met ze door de Schermerpolder, stop ik bij de drie molens en verderop bij het oude raadhuisje in Grootschermer. Ik slenter door de straatjes van het prachtige de Rijp. Ja, ook daar is een waag. Niet voor het wegen van kaas, maar van haring en landbouwproducten.


Als de tulpenvelden in bloei staan struin ik de beste plekken af voor prachtige foto's met kleurenstroken tot aan de horizon. Die deel ik vervolgens op facebook en instagram met mijn Japanse volgers, die gretig op de "likes" klikken en bewonderende reacties plaatsen. Ze waren me in mijn jeugdjaren niet opgevallen, de fantastische kleuren van de tulpenvelden. Bij tulpen dacht ik slechts aan de stoffige bedompte bollenschuren waar ik de blaren op mijn handen pelde.

In de meeste Japanse reisgidsen over Oranda (Nederland) staat alles over Amsterdam, Den Haag, Delft en Utrecht. De Zaanse Schans is zo'n beetje het noordelijkste waar men komt en molens bekijkt men standaard in Kinderdijk. Om daar te komen vanuit Amsterdam met het openbaar vervoer ben je twee uur bezig.

Maar binnen een uur vanaf Amsterdam CS kom je op de plek waar je overal molens ziet waar je ook maar kijkt. Niks geen museum of themapark, maar authentieke pittoreske dorpjes en molens waar mensen wonen en werken, te midden van de uitgestrekte weidevelden met koeien, paarden en schapen.

maandag 29 juni 2015

Robots met een "ziel"



Gefascineerd heb ik naar dit filmpje zitten kijken. Prachtig, maar tegelijkertijd ook een beetje beangstigend. De menselijke houding en bewegingen, de precisie.... 

Op 10 mei was er een uitzending van Tegenlicht over  de ontwikkeling van menselijke robots in Japan.( "De robot als mens":  Tegenlicht). Japan loopt hierin ver voorop. 
De stelling van de uitzending is eigenlijk dat wij in het westen robots, en dan vooral de robots die op mensen lijken, eng vinden terwijl men dat in Japan totaal niet vindt. Daar zijn verschillende verklaringen voor, en één daarvan is dat in de Japanse cultuur "levende en niet levende objecten een ziel hebben".  Ziel is alleen niet het goede woord. Wij associëren dat onmiddellijk met iets levends, maar dat is het niet. Een interessante uitleg vond ik die van Naho Kitano, één van de oprichters van het Japanse robotbedrijf Hibot. Het heeft alles te maken met de relatie tussen jou en het object. Kitano verklaart het zo: "Ik noem het "between-ness" - dat wat er tussen zit. Wat ik vind van een ding en de harmonie tussen mij en het ding, dus dat wat er tussen mij en het ding "gebeurt",  definieert de betekenis van het ding." Doordat objecten iets betekenen, hebben ze een soort van "ziel" en verdienen ze ons respect.

Pepper is zo'n menselijke robot, ontwikkeld door Softbank, die zelfs in staat is emoties te herkennen. De eerste robots zijn op 20 juni dit jaar op de markt gebracht in Japan en waren meteen uitverkocht. De prijs is redelijk, voor nog geen €1500 heb je je eigen Pepper-robot in huis.


Een andere prachtige robot is Asimo van Honda. Deze kan veel meer dan Pepper.


 Zo rond dezelfde tijd als de documentaire las ik een interview met een Nederlandse trendwatcher die stelde dat er inderdaad veel robots in de toekomst zullen komen, maar niet daar waar de "menselijke maat" telt. Dus geen billenwassende robot in de gezondheidszorg volgens hem.
Ik denk juist van wel. Kijk maar naar Asimo. Die kan een redelijk volwaardige hulp in de huishouding worden, en in een verpleegsituatie zelfs mensen eten en drinken geven.
Ik denk ook dat door de inzet van robots de gezondheidszorg juist menselijker wordt. De verpleegkundige of verzorger doet niet meer het zware lichamelijke werk, maar hoeft slechts zorg te dragen voor het juist aansturen van robots. Die tillen de mensen uit bed, zetten ze op een toilet dat tegelijkertijd "de billen wast en droogt" (die heb je nu al overal in Japan), tillen ze er weer van af en zetten ze in een (rol)stoel. Meer tijd voor echt contact in plaats van het lichamelijk contact. De relatie tussen verzorger en client wordt daarmee gelijkwaardiger.
Maak kennis met Robear - een robot die in Japan speciaal hiervoor wordt ontwikkeld. Van zachte materialen en met een vriendelijk gezicht. 


Ik vind het mooi om te zien hoe techniek de kwaliteit van het leven verbeteren kan. Dus niet bang zijn voor Pepper, Asimo en Robear, maar ze juist omarmen. Letterlijk. 



woensdag 18 februari 2015

Mandarijnen

"Waarom pel jij je mandarijn vanuit de zijkant?" De vraag van mijn Japanse vriendin kwam onverwacht en ik keek haar verbaasd aan. "Wat bedoel je?" vroeg ik. Ze liet zien hoe zij haar mandarijn pelde - boven vanuit het midden partjes schil naar beneden scheuren, een beetje zoals je een banaan pelt. "Kijk, zo heb ik het er in één stuk vanaf gepeld en ik kan de mandarijn er zo uit halen." En ja, ze tilde de mandarijn uit het kommetje dat ze gemaakt had van de schil.
Het zag er wel leuk uit. "Veel minder troep dan dat jullie er van maken." zei ze.

Ho. Hoorde ik "jullie"?

"Jullie?" vroeg ik. Ze knikte. "Ja, mijn man doet het ook zo, die rommelt met zijn duimnagel een gat in de zijkant. Ik dacht dat dat iets specifieks van hem was, maar later zag ik iemand anders het ook doen en nu doe jij het ook." Ze keek me vragend aan. "Waarom?"
Ik wist oprecht niet wat ik moest antwoorden. Waarom pel je je mandarijn zoals je al je leven lang een mandarijn pelt? "Tja... waarom niét?"

"Jullie Hollanders scheuren de mandarijnenschil aan stukken. Wij pellen het keurig vanuit het midden. Dat is toch veel makkelijker en minder messy."

Ik schoot in de lach. Wij tegen jullie. Cultuurverschillen in het pellen van een mandarijn...
Ze stond op en pakte een andere mandarijn uit de schaal. "Kijk." Ze liet de mandarijn zien."Hier in het midden zit een soort deukje, vanuit dat punt kan je toch makkelijk pellen? Veel makkelijker dan je nagel random in de zijkant zetten."

Ze legde de mandarijn terug en ging weer zitten. "Het is voor mij net alsof je een banaan ook vanuit de zijkant zou gaan pellen. Dat zou jij toch ook raar vinden als iemand dat doet?"
Ik knikte. Dat zou wel raar zijn, ja.

Ik keek van mijn rommelig hoopje schillen naar haar keurige bakje. Ik keek naar Nederland en Japan. Een wereld van verschil.


maandag 2 februari 2015

Massan of het verhaal van whiskey en tranen



NHK, de Japanse NPO, zendt al jaren elke ochtend een dramaserie uit die per aflevering maar een kwartiertje duurt - het begint om 8 uur en is om 8:15 uur afgelopen. Eigenlijk gaat het altijd over het leven van een sterke vrouw. Over de ontberingen die ze heeft geleden, de moeilijke keuzes waar ze voor stond en het geluk dat ze heeft gekend. Een aantal ervan zijn legendarisch geworden en ook de serie die vorig jaar liep, Ama-chan, was immens populair. Hier kan je meer over de geschiedenis van de "NHK asadora" ("asa" = ochtend en "dora" is de afkorting van "dorama" - drama) lezen http://www.nippon.com/en/currents/d00094/

Wij waren rond de jaarwisseling in Japan en ook wij ontkwamen niet aan de "NHK asadora" die op dit moment speelt. Massan. Het verhaal van een jongeman, zoon van een sake-brouwer, die rond 1915 naar Schotland gaat om te leren hoe je whiskey moet maken. Daar ontmoet hij Ellie, een mooie blonde Schotse, ze worden verliefd, trouwen en vertrekken samen naar Japan om daar hun droom te verwezenlijken: de eerste echte Japanse whiskey maken. Hij heet Masaharu, en omdat "Masaharu-san" te lastig is om telkens uit te spreken voor de jonge Ellie, noemt ze hem "Massan".




Het leuke is dat de serie gebaseerd is op een waargebeurd verhaal. De Schotse vrouw heette Rita en niet Ellie, was ook niet blond, maar trouwde wel een Japanner met een droom en ging met hem mee naar Japan. Die Japanner heette Masataka Taketsuru en wordt ook wel de vader van Japanse whiskey genoemd. Dat hij toen de basis heeft gelegd voor een revolutie in whiskey-land bijna een eeuw later werd vorig jaar duidelijk: een Japanse whiskey (van de distilleerderij in Yamazaki die Masataka heeft opgezet toen hij dienst was als "factory manager" bij wat nu het bedrijf Suntory is)  is uitgeroepen tot de beste van de wereld, zeer tot ontsteltenis van de Schotten. Er zijn er nu al een paar, maar er zullen zeker de komende jaren meer Japanse whiskeys in de schappen van de slijterij verschijnen, mark my words.


In de tijd dat we in Japan waren hebben we denk ik twee afleveringen van Massan gezien. Maar in talloze andere TV-programma's doken de hoofdrolspelers en met name de actrice die Ellie speelt, Charlotte Kate Fox, op. Zij schrijft geschiedenis, ze is de allereerste niet-Japanse die een hoofdrol speelt in een NHK drama. Ze is weliswaar niet Schots, maar Amerikaans. Toen ze vorig jaar aan de serie begon sprak ze geen woord Japans. Toevallig dat ik ook een korte documentaire over haar heb gezien in Japan. Daar zie je hoe ze elke dag uren met een Japanse leraar woord voor woord het script uit haar hoofd aan het leren is. Met de juiste uitspraak en de juiste intonatie. Ga er maar aan zitten.


 

Eenmaal terug in Nederland bleek dat we de serie via internet ook konden volgen. www.gooddrama.net is een website met ontelbare Japanse en Koreaanse dramaseries en films - ondertiteld in het Engels. En Massan stond er tussen.
De serie is in september 2014 begonnen en duurt tot maart dit jaar met in totaal 150 afleveringen. De eerste aflevering keken we vlak nadat we terug waren uit Japan toen we om 4 uur 's ochtends klaarwakker van de jetlag al uit bed waren. Uit heimwee wellicht, NHK bij het ontbijt, toch nog een beetje alsof we in Japan waren. Die ochtend keken we meteen zes afleveringen. En daarna elke dag twee, drie. We zijn nu bij aflevering 95.

Het is niet alleen een mooi verhaal over een koppel dat hun droom nastreeft. Er zit ook humor in, soms ook slapstick-achtige humor of humor die wij niet snappen. Het geeft daarnaast een prachtig tijdsbeeld van Japan net na de 1e wereldoorlog, een land in recessie. Het laat zien hoe een westerse vrouw zich staande houdt in een cultuur die haar volkomen vreemd is. Met haar eigen gewoontes die men in Japan niet kent. Zo omhelst ze iedereen, tot grote schrik van vooral mannen. Hier en daar wordt er zelfs een sneer gegeven naar wat nog steeds de traditionele rolverdeling is in Japan - man werkt hard en veel, vrouw kookt en bemoeit zich vooral niet met het werk van haar man. Wat Ellie natuurlijk juist wel doet. En er wordt veel gehuild, van pijn, groot en klein verdriet, van ontroering en geluk. Door iedereen, man en vrouw. Dat is heel Japans, want achter hun masker van alledag zit een heel emotioneel volk.




Misschien is dat wat mij elke keer weer raakt in Japan. Ik kan het niet precies omschrijven, maar het is een soort liefde die je voelt. Niet de romantische liefde, of de liefde tussen ouder en kind, maar gewoon, liefde tussen mensen. Het geheel van vriendschap, respect, oprechte gastvrijheid, het er zijn voor elkaar en het gevoel dat je er toe doet. In de serie soms erg theatraal gebracht, maar toch lopen de tranen mij over de wangen. Net als dat ik elke keer in Japan ook mijn tranen moet wegslikken als er weer iemand hartverwarmend lief is. Maar door Massan weet ik dat ik dat eigenlijk niet hoef te doen. Huilen mag.