maandag 6 oktober 2014

Vrouw en werk in Japan

Een onderwerp wat me interesseert is gendergelijkheid, vrouwen en werk en verdeling werk/zorg. Zowel hier in Nederland als in Japan. Begin dit jaar heb ik een reportage geschreven voor Opzij over vrouwen en werk in Japan.

Traditionele Japanse bruiloftsstoet (Meiji Jingu, Tokyo)


Polderen in Japan 
Vrouw en werk in het land van de rijzende zon.
Gepubliceerd in Opzij februari 2014 issuu link: http://issuu.com/opzijredactie/docs/binder1/6

Eriko Shirakawa (36) is bloemstilist en runt een studio iets ten zuiden van Tokio. Daar geeft ze workshops en exposeert ze haar bloemsierkunst. Ze heeft een druk bestaan, met een online shop, workshops die ze op locatie geeft en decoratieopdrachten voor bruiloften, beurzen en evenementen. Eriko is al dertien jaar getrouwd met Tomohiro (47). Hij heeft een baan als systeem engineer bij een bedrijf en maakt net als Eriko lange dagen. 
"Kinderen hebben we niet. Nog niet." zegt Eriko. "Ik heb het druk met mijn werk en ik doe het met veel plezier. Ik zou het niet willen missen. Maar ik wil uiteindelijk wel een gezin. Eerlijk gezegd weet ik niet hoe we het zouden moeten regelen allemaal, met zijn baan en mijn werk. Dus daar is nog geen knoop over doorgehakt." 
Veel koppels in Japan worstelen met het zoeken naar de balans tussen werk en gezin. Ze stellen het krijgen van kinderen uit of kiezen er voor kinderloos te blijven. Niet alleen is de economische impact onzeker, veel vrouwen weten dat het krijgen van kinderen het einde van hun loopbaan betekent. 
In Japan is de rolverdeling tussen man en vrouw nog steeds erg traditioneel. Vrouwen zorgen voor de kinderen en het huishouden, mannen werken. De gemiddelde Japanse zakenman, ook wel "salaryman" genoemd, werkt meer dan vijftig uur per week en gaat daarnaast nog geregeld met zijn collega's uit eten en drinken. Er blijft weinig tijd en energie over voor relatie, gezin en ontspanning. Van de jonge vrouwen wordt dezelfde toewijding verwacht als zij voor een bedrijf gaan werken. Met een belangrijk verschil: zij komen slechts zelden in een carrièretraject terecht en blijven hangen in ondersteunende, administratieve functies. Want waarom zou je investeren in vrouwen als ze toch stoppen met werken als ze gaan trouwen? 

Marjet Andriesse, vicepresident Randstad Japan, woont en werkt al drie jaar in Tokio. "In Nederland heb ik me professioneel niet beziggehouden met het begrip diversiteit. Maar sinds ik in Japan zit, ben ik er vol ingedoken. Binnen ons bedrijf, maar ook daarbuiten. De situatie is namelijk best schrijnend hier. 75 procent van de universitair geschoolde vrouwen stopt met werken als ze moeder worden. En bijna de helft van hen doet dat niet vanwege de zorg voor het kind. Lange werkdagen, geen carrièrevooruitzichten en ongelijke beloning zijn de belangrijkste redenen. In Japan krijgen vrouwen voor hetzelfde werk 30 procent minder betaald!" 

Toch heeft Japan het op papier op orde. Gelijke behandeling, gelijke beloning, het is allemaal vastgelegd in de wet. Bovendien kunnen zowel mannen als vrouwen die in dienst zijn een vol jaar ouderschapsverlof opnemen, waarbij de helft van het salaris uit de sociale verzekeringspot wordt doorbetaald. Alleen, vrouwen beroepen zich niet op de wet en mannen maken niet of nauwelijks gebruik van hun recht. 
Japan is een land met een zeer rijke geschiedenis en met prachtige tradities. Maar diepgewortelde tradities zorgen ook voor vastgeroeste rolmodellen en een rigide patriarchale bedrijfscultuur. En dat terwijl Japan werkende vrouwen zo keihard nodig heeft. De afgelopen twintig jaar heeft de economie nagenoeg stilgestaan, jonge mensen trouwen niet meer, of stellen, zoals eerder gezegd, het krijgen van kinderen uit vanwege de onzekere situatie. Als gevolg daarvan daalt het geboortecijfer. Japan vergrijst nu zo snel dat in 2040 meer dan één derde van de bevolking ouder dan 65 is. De huidige regering onder leiding van premier Abe heeft emancipatie van vrouwen als prioriteit benoemd en zichzelf ten doel gesteld dat in 2020 30 procent van alle hogere posities in de samenleving door vrouwen ingenomen wordt. Realiteit of utopie?

"Onmogelijk." zegt Yukari Horie hoofdschuddend. Ze is oprichter van Arrow Arrow, een non-profitorganisatie die kleine en middelgrote bedrijven in Tokio adviseert over een goede balans tussen werk en privé en die jonge moeders helpt terug te keren naar hun baan. "Veel Japanse vrouwen missen het zelfvertrouwen om weer te gaan werken na hun bevalling. Het is ook niet makkelijk. Ouders wonen vaak buiten de stad, er is te weinig kinderopvang en de werktijden zijn bizar. Bovendien, als collega's of management vinden dat moeders thuis bij hun kinderen horen, worden die moeders ronduit tegengewerkt. Daar is zelfs een woord voor "matahara" wat "mother harassment" betekent. We begeleiden vrouwen in het jaar dat ze ouderschapsverlof  hebben om hun leven zo in te richten zoals zij dat willen, inclusief een baan na dat jaar. Belangrijk daarbij wel is de medewerking van hun partner - die moet dan wel bereid zijn wat minder te gaan werken. We helpen de jonge moeder en de vader om bijvoorbeeld hun werkgever te overtuigen dat ze met minder uren toch hun werk goed kunnen doen. En als dat lukt, dan zie je dat ook de andere medewerkers, en ook het management, zich realiseren dat het anders kan. Wij gebruiken die voorbeelden dan weer bij andere bedrijven." 
Dat er wel heel veel moet gebeuren om in de komende zeven jaren die 30 procent te gaan halen beaamt ook Marjet Andriesse. "Er zijn geen rolmodellen voor vrouwen in Japan, anders dan die van de ondergeschikte rol als moeder en huisvrouw. Vrouwelijke leiders kent men nagenoeg niet. Meisjes krijgen in hun studie of als ze gaan werken geen enkele begeleiding of handvatten om hun leiderschapskwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. Daar werken wij als bedrijf wel proactief aan. We hebben 34 procent vrouwelijke werknemers bij Randstad Japan, wat laag is in vergelijking met Nederland (72 procent). 15 procent van hen is afdelingsmanager. Nog steeds en lage score als je het vergelijkt met het mondiale gemiddelde, maar aangezien het percentage voor heel Japan op 4,9 procent ligt, toch een redelijk resultaat."

Foto: Fathering Japan 


Je ziet, heel voorzichtig weliswaar, verandering in de Japanse samenleving. Er is een groeiende groep jonge vaders die zich afzet tegen de overwerkcultuur en traditionele rolverdeling. Ze worden "ikumen" genoemd - vaders die actief betrokken zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Het woord is een samenvoeging van het Japanse woord " ikuji" -opvoeden- en het Engelse "man". Er zijn weliswaar nog niet veel ikumen, maar hun populariteit groeit, zeker door de media-aandacht die ze krijgen. 
Ook de overheid ziet in dat ook mannen hun levensstijl moeten veranderen om vrouwen meer kans te bieden op de arbeidsmarkt. Mannelijke ambtenaren worden opgeroepen om gebruik te maken van hun recht op ouderschapsverlof en in 2010 is de overheid het Ikumen Project begonnen. Met informatie, evenementen zoals de Ikumen van het Jaar-verkiezing en netwerken voor mannen die actief betrokken willen zijn bij de opvoeding van hun kinderen. 
Naast het regeringsproject is er ook een particulier ikumen-initiatief: Fathering Japan. Het is een kennis- en netwerkorganisatie, al opgericht in 2006, als reactie op de oververmoeide, norse "salaryman-vader" als stereotype in Japanse kinderliteratuur. "Een vader die lacht zorgt voor blije kinderen." was het motto van de oprichter Tetsuya Ando. 

Hiroki Yoshida, 36 en alleenstaande vader van drie kinderen, is de huidige directeur van Fathering Japan. "Na de geboorte van mijn derde kind werd ik lid. In eerste instantie voornamelijk vanuit professionele interesse, ik werkte als journalist en schreef veel over arbeidsinnovatie. Maar ik was toen ook al ikumen en zorgde voor mijn drie kinderen. In 2012 ben ik gestopt met mijn journalistieke werk en volledig voor Fathering Japan gaan werken. Fathering Japan heeft 350 leden, voornamelijk mannen, maar ook een aantal vrouwen. Wij geven bulletins uit met informatie over het combineren van werk en zorg. Maar ook praktische tips, over opvoeding en gezonde maaltijden bijvoorbeeld. Fathering Japan organiseert regelmatig seminars en workshops voor vaders, al dan niet samen met hun kinderen. Een aantal leden is leraar op de "Papaschool", een cursus voor vaders die een paar keer per jaar wordt gehouden. " Yoshida is daarnaast ook adviseur voor bedrijven, vakbonden en de overheid die inmiddels een goede balans tussen werk en zorg hoog op de agenda heeft staan. 
Yoshida:"Ik zie helaas nog maar weinig veranderingen sinds ik bij Fathering Japan zit. Er zijn best veel jonge mensen die het anders willen, maar het is de bedrijfscultuur die dat proces tegenhoudt. De oudere generatie mannen heeft het voor het zeggen en die wil niet veranderen. Minder werken om voor de kinderen te zorgen is vaak niet bespreekbaar. Japan staat bekend om de trage besluitvorming. Als in een klein bedrijf de directeur persoonlijk toestemming geeft, dan zijn zaken als kortere werktijden zeker bespreekbaar en kan het ook snel toegepast worden. Maar het duurt heel lang bij grote bedrijven voordat iets gerealiseerd wordt, zélfs als de hoogste baas het wil." 

In 2000 verscheen in Japan het boek Oranda no moderu van de hoogleraar Toshihisa Nagasaka. Nagasaka woonde en werkte drieënhalf jaar in Nederland en deed daar inspiratie op voor zijn boek over de manier waarop in Nederland de taken onderling verdeeld worden. Oranda no moderu, wat "Hollands model" betekent, leidde ertoe dat in Japan veel belangstelling werd gewekt voor het Nederlandse poldermodel. Nagasaka pleit er in zijn boek voor dat Japan dit model intensief bestudeert en navolgt. Naar zijn idee is het een van de belangrijkste elementen om werkeloosheid terug te dringen en economische groei te stimuleren. Work sharing is daarvoor het toverwoord, wat in Japan wordt opgevat als: de vrouw krijg de kans wat meer te gaan werken en de man doet een stapje terug. Work sharing en de manier waarop Nederlanders werk en privé combineren is volgens Nagasaka een ideaal model voor geïndustrialiseerde landen die snel vergrijzen. Yukari Horie van Arrow Arrow en Hiroki Yoshida vertellen enthousiast over het model. Zoveel gelijkheid, dat is volgens hen een lichtend voorbeeld waar Japan veel aan kan hebben. 

Nu heeft Nederland weliswaar een van de hoogste percentage werkende vrouwen van de wereld, in een rapport van Grant Thorton van begin 2013 over vrouwen in senior management posities bungelt ons land met 11 procent samen met Japan (7 procent) in de laagste regionen. En hoewel het aantal mannen met een deeltijdbaan toeneemt ( van 10 procent in 2001 naar 14 procent in 2012 - bron CBS), werkt 83 procent nog steeds voltijds. Dit in tegenstelling tot vrouwen waarvan bijna driekwart in deeltijd werkt. Dat is het échte Hollands model. 
Een beetje ironisch is het dus wel, dat ze in Japan Nederland als voorbeeld nemen, terwijl hier de gelijkheid op de arbeidsmarkt nog steeds ver te zoeken is. 
Premier Abe zal hoogstwaarschijnlijk zijn doelstelling voor 2020 - 30 procent van de hogere functies moeten worden ingevuld door vrouwen- niet halen. Maar de boodschap is duidelijk: er moet iets gebeuren. Met de groeiende groep ikumen en initiatieven zoals Arrow Arrow en Fathering Japan zijn de zaadjes voor een gelijke verdeling van werk en zorg in ieder geval geplant. 

maandag 24 februari 2014

Over okonomiyaki, slabberdewatski en een vreemde wortel

De Japanse keuken is ondertussen wel een redelijk bekende keuken. Toch? We kennen allemaal sushi, sashimi, tempura en de noedelsoepen - udon zijn de dikke noedels, en ramen of soba de dunne noedels. Wakame, zeewier, is ook al een tijdje bij Albert Heijn te koop, net als shiitake en wasabi. Ook de sojasaus-hegemonie van Kikkoman wordt langzaam maar zeker doorbroken nu andere merken in het schap van de supermarkt verschijnen.
Yakitori (kip), takoyaki (inktvis), gyuunikuyaki (biefstuk), yakisoba (noedels) - deze gerechten hebben duidelijk één ding gemeen, ze zijn "yaki" en dat betekent "gegrild", "gebakken". Teriyaki is niet een gerecht maar een soort gerechten waarbij vlees of vis gebakken in en geglaceerd wordt door de specifieke zoete teriyakisaus. Het karakter voor "teri" betekent "glans".

Okonomiyaki is ook speciale "yaki". "Okonomi" betekent "wat je maar wilt". Okonomiyaki is dus een soort van gebakken ratjetoe. Ik maak nu even een zijstap naar mijn jeugd. Wij aten op zaterdag tussen de middag altijd "slabberdewatski", een gerecht wat mijn oma had bedacht en zo had genoemd. Het hoorde bij de zaterdaglunch, slabberdewatski werd niet gemaakt op een doordeweekse dag en ook niet als avondeten. Mijn kinderen vragen mijn moeder nog wel eens om het te maken, dus de traditie zet zich voort al is het nu niet meer een typisch zaterdaggerecht. Slabberdewatski is een combi van ei, verschillende groenten en ham. In plaats van ham hadden we soms Smac, die ingeblikte boterhamworst van Unox, waarvan ik niet eens meer weet of het nog bestaat. Het recept is simpel: eerst de uien bakken in de pan, daarna de ham en de andere groenten (vaak soepgroenten) erbij en dan de eieren. Even op hoog vuur doorroeren totdat het ei goed gestold is en klaar is kees. Een boerenomelet, maar dan scrumbled. Op een verse boterham met een beetje ketchup. Jummie.
Okonomiyaki is in de basis hetzelfde, al gaat er vaak wat meer vlees en vis doorheen. Het enige verschil is dat alle ingrediënten in een kom worden gemengd met een beslag van bakmeel, bouillon en ei. Het resultaat wordt daardoor een beetje pannenkoekachtig. Okonomiyaki wordt ook wel "Japanese pancakes" genoemd. En veel streken in Japan hebben hun eigen speciale combi van ingrediënten, maar de bekendste is wel de okonomiyaki van Osaka. Ik heb de Osaka-style okonomiyaki gegeten met garnalen, varkensvlees en stukjes inktvis. Er gaat daarna Japanse mayonaise (minder zoet dan die van ons) en een speciale saus over (otafuku). Okonomiyaki is prima thuis te maken, en er zijn talloze recepten op internet te vinden, dus ik zou zeggen, probeer het eens. Je kan er in doen wat je zelf wilt. Ik heb een video hieronder geplaatst met het recept van de Youtube-serie Cooking with dog. De functie van de hond is me onduidelijk en dat ie er zo met zijn snuit bovenop zit lijkt me ook niet echt hygiënisch, maar het recept wordt in duidelijke stappen uitgelegd. Ook van de saus zijn recepten te vinden, maar je kan het simpel maken met worcestersaus, oestersaus, beetje ketchup en suiker.


(Voor als de video niet zichtbaar is: klik hier)

In de video schaaft de mevrouw onder het goedkeurend oog van de hond een witte wortel in het beslag. Dat is nagaimo, een soort cassava, of yam, die rauw gegeten kan worden.
Ik was vorig jaar op de biologische markt in Amstelveen waar een kraam staat van groothandel Ecoville die een keur aan Japanse groenten verkoopt. En daar lagen ze, de nagaimo, als een stapel harige benen. Fascinerend. Ik nam er dus eentje mee naar huis en verwittigde via twitter en Facebook mijn Japanse vrienden over mijn aanwinst met het verzoek mij te vertellen hoe ik het moest klaarmaken.
"Schillen en raspen, en dan met rijst en sojasaus, heerlijk!" kreeg ik van een aantal van hen te horen. Raspen dus. Ik sneed een stuk af en schilde het. De binnenkant was spierwit en glibberig. Tegen de tijd dat ik de hele schil er af had, begon het wit te verkleuren. Het werd bruinig en steeds kleveriger. Alsof het bloedde. Ik schaafde de groente over de rasp, en in plaats van dat er reepjes van af kwamen, werd het een slijmerige massa, die op de rasp bleef liggen en steeds verder verkleurde tot een roestbruin goedje. Uiteindelijk droop er een kloddertje viezig spul in het bakje onder de rasp. Ik nam een lepeltje en at voorzichtig een klein hapje van wat er op de rasp bleef liggen. Het had nagenoeg geen smaak, maar het was klef en slijmerig en gaf een gek tintelend gevoel. Ik haastte me weer naar mijn Facebook. Was dit wel goed? Hoorde dit wel zo? Had ik niet een verrot exemplaar te pakken? Ik hoorde mijn Japanse vrienden gewoon gniffelen. Ja, Ingrid-san, het hoort zo. Maar gelukkig was er ook een andere manier van bereiden: de geschilde wortel in reepjes snijden en die frituren. Dat hebben we later gedaan en ik moet zeggen dat dat echt wel lekker was, het smaakte als een licht soort patatje.


Er valt nog heel veel te vertellen over Japans eten. Zo heb ik laatst in Japan voor het eerste motsunabe gegeten. Het was echt lekker. Pas toen we het al zo goed als op hadden zei degene met wie ik was dat "motsu" "darmen" betekent. En ik zag ineens de halve buisjes in het vlees. Wat het precies is leg ik een andere keer uit. En dan ook meer over natto, osechi en shirako en wat ik daar van vond. Of shouyu softcream, oftewel sojasaussoftijs. Het bestaat allemaal.
Itadakimasu! En dat is "eet smakelijk" in het Japans.