donderdag 3 september 2015

De ontdekking van de Schermer



Vroeger woonde ik op de Mient in Alkmaar. Kenners van de stad weten onmiddellijk dat dit pal naast de waagtoren en het Waagplein is. En op het Waagplein wordt van april tot september elke vrijdag de kaasmarkt gehouden. 
Ik ben geboren in Alkmaar en opgegroeid in de Schermer, een paar kilometer verderop. De kaasmarkt? Daar was ik nog nooit geweest, ook niet toen ik er naast woonde. Toen had ik er juist een hekel aan omdat op die vrijdagen de Mient vol stond - en nog staat - met kraampjes met souvenirs, handwerkjes en kazen. De voordeur openen was al een sport, laat staan je door de langzaam voortbewegende horde toeristen manoeuvreren.

Op nog geen tien minuten fietsen van ons huis in Stompetoren staan "de Drie Molens". Prachtige rietgedekte watermolens in ruste. De twee buitenste molens zijn bewoond en de middelste is de Museummolen. Je komt er van alles te weten: de geschiedenis van de Schermerpolder, hoe een watermolen werkt, en je kunt een kijkje in de molen zelf nemen - "er woonde hier een gezin met tien kinderen". Het is er niet groot, maar verrassend leuk en informatief.

Jaren praktisch naast gewoond en nooit een blik waardig gegund.

En nu? Nu nodig ik mijn Japanse vrienden standaard uit voor een bezoekje aan de kaasmarkt. De eerste keer dat ik naar de kaasmarkt ging keek ik mijn ogen uit. Fantastisch, die honderden kazen uitgestald op het Waagplein en de kaasdragers die met hun berries bijna flamboyant voorbij rennen. Nu leid ik Japanse gasten rond door de oude binnenstad van Alkmaar, drink koffie bij de visbanken en lunch ergens bij de molen van Piet. Rijd ik met ze door de Schermerpolder, stop ik bij de drie molens en verderop bij het oude raadhuisje in Grootschermer. Ik slenter door de straatjes van het prachtige de Rijp. Ja, ook daar is een waag. Niet voor het wegen van kaas, maar van haring en landbouwproducten.


Als de tulpenvelden in bloei staan struin ik de beste plekken af voor prachtige foto's met kleurenstroken tot aan de horizon. Die deel ik vervolgens op facebook en instagram met mijn Japanse volgers, die gretig op de "likes" klikken en bewonderende reacties plaatsen. Ze waren me in mijn jeugdjaren niet opgevallen, de fantastische kleuren van de tulpenvelden. Bij tulpen dacht ik slechts aan de stoffige bedompte bollenschuren waar ik de blaren op mijn handen pelde.

In de meeste Japanse reisgidsen over Oranda (Nederland) staat alles over Amsterdam, Den Haag, Delft en Utrecht. De Zaanse Schans is zo'n beetje het noordelijkste waar men komt en molens bekijkt men standaard in Kinderdijk. Om daar te komen vanuit Amsterdam met het openbaar vervoer ben je twee uur bezig.

Maar binnen een uur vanaf Amsterdam CS kom je op de plek waar je overal molens ziet waar je ook maar kijkt. Niks geen museum of themapark, maar authentieke pittoreske dorpjes en molens waar mensen wonen en werken, te midden van de uitgestrekte weidevelden met koeien, paarden en schapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten